Leven is loslaten wat niet meer past
Ik heb Elke iets bijzonders beloofd. Ik heb ermee ingestemd om deze blog niet perfect te maken. Maar vanuit mijn hart te schrijven. Vanuit mijn gevoel.
Het voelt heel onwennig dit. Wetende dat elk woord dat ik nu schrijf blijft staan. Geen tien verbeterde versies, maar alleen deze. Schrijvend wat mijn hart me ingeeft.
Ik voel mijn hart. Nu op dit moment. ik voel het kloppen. Omdat ik het aandacht geef. Bijzonder is dat. En tegelijkertijd ook logisch. Ik voel tranen naar boven komen. Emotie. Ook dat laat ik er zijn. Wellicht is het oude pijn. Getriggerd, omdat ik eindelijk eens stop met het vasthouden aan kwaliteit. Aan superbe verlopende zinnen. Aan mijn hoofd.
Ik ben het al mijn hele leven zo anders gewend. Bij veel van wat ik doe, strevend naar perfectie. Goed werk toch nog verder verbeteren. Omdat er nog een tandje bij kan. Ik vraag me nu af wat het me gebracht heeft. Om te beginnen in goede zin. Da’s niet zo moeilijk: ik ben beter geworden. Heb een hoge kwaliteit geleverd. Ik heb ook veel geleerd, omdat ik me zelden beperkt heb tot de vraag of opdracht. Ik heb vrijwel altijd het perspectief verbreed. En had meestal wel tevreden collega’s en klanten. Allemaal pré’s.
Dan de ’tegens’. Die zijn er veel, zo voel ik. Die hoge kwaliteit heeft me veel gekost. Tijd. Want ik was pas klaar als ik écht klaar was. Maar ik wás nooit klaar! Bleef altijd verbeteren. Veilen. Aanscherpen. Niet als laatste fase, maar continu. Al vanaf het begin. Nu pas zie ik hoezeer me dat heeft afgeremd. Elke kans op een flow frustrerend. En ook mijn lol in mijn werk vergallend. Vroeger kreeg ik ideeën bij de vleet. En als ik aan het werk was, moest ik geregeld hardop lachen. Dat alles is met de jaren verdwenen. Mijn werk is letterlijk hard geworden. Stug. Een kwestie van volhouden. Alleen mijn perfectie is blijven groeien.
Ik zie ook de twijfel nu. Aan mijn eigen werk. Een soort sluimerende angst die ik heb ontwikkeld. Dat het niet goed genoeg is. Ik zie mijn strengheid: dít móet béter. Ik voel het verdriet om wat ik mezelf onwetend (maar toch) heb aangedaan. Ik ben eindeloos op mijn bureaustoel blijven zitten. Om mijn rigide hang naar beter dan goed, trouw te blijven. Doof voor wat me nu duidelijk wordt. Voor wat ik me nu wel toesta om te voelen.
Ik heb mezelf vrijwillig en onbewust binnen opgesloten. Letterlijk. En ook in figuurlijke zin. Want ik heb mezelf gereduceerd tot mijn hoofd. Mijn lijf negerend. Geen waarde toekennend. Het doet pijn om dit te constateren. En maakt me intens verdrietig. Ik heb geen acht geslagen op de stramheid die ik kreeg van het urenlange zitten. Op mijn pijnlijke vingers van het vele scrollen. Op mijn nek die zeer deed door continu in dezelfde houding te blijven zitten. Op de moeheid die ik voelde. De dagen die ik eigenlijk helemaal niet bewust heb meegemaakt, omdat mijn ogen, mijn hele wezen, alleen maar op mijn scherm was gericht. Zo ongelofelijk veel jaren op rij heb ik grotendeels tussen vier muren doorgebracht. Dat waar het leven werkelijk om draait uit het oog verliezend.
Ik ben er stil van.
Verdrietig om.
Ik zie nu dat ik omwille van de perfectie mezelf ben verloren. En het contact met het leven.
Omdat ik continu maar in mijn hoofd zat.
Dit is een boodschap aan mezelf.
Rechtstreeks vanuit mijn hart.
Ik huil om wat ik nou zie. Aankijk.
Diep opgesloten verdriet, dat eindelijk vrijkomt. Naar bovenkomt.
En me laat zien dat mijn perfectionisme mij onvoorstelbaar veel heeft gekost.
De zon breekt door een dik wolkendek.
Juist nu.
Bijzonder.
Een bevestiging dat ik op de goeie weg ben. Maar dat voel ik al.
Die scherpe hoge lat, die gooi ik nú weg.
Omdat ik heel wil worden. Een mens wil zijn met een héél lichaam.
Waar mijn hoofd een onderdeel van is, in plaats van het enige deel.
Voelen. Met mijn hele lijf. Dát wil ik!
Liefs!
Vieve