Leven is deuren openen
Wat ben ik in mijn leven al vaak tegen onzichtbare muren aan geknald. De ene keer bleef ik stug doorzetten. Probeerde ik ’t met een grimmig of betraand gezicht weer opnieuw. Met als resultaat alleen maar nóg meer innerlijke blauwe plekken. Andere keren trok ik me helemaal terug in mezelf. Geen contact meer met de buitenwereld. Huilend van pijn, frustratie en kwaadheid. De hoop verliezend om ooit aan de andere kant van die vreselijke muur te komen.
Nu ik dit zo schrijf, sta ik ervan te kijken hoe bijzonder het is dat ik nooit écht heb opgegeven. Dat ik door ben gegaan met ademen. Om uiteindelijk toch weer op te krabbelen. Weer enigszins ging deelnemen aan het leven. Om ’n hele tijd later toch weer een nieuwe poging te wagen. Gelukkig maar! Want ik heb vorige week ervaren dat er wel degelijk hoop is. Voor mij. Voor iedereen die bont en blauw is geworden door haar of zijn leven. Hoop op het gaan zien van de deuren die wel degelijk in die muren zitten. Deuren die open kunnen. Waardoor ik eindelijk aan de andere kant van de muur kan komen. Zonder kleerscheuren.